Wat gaan we doen?

Het is dinsdagmiddag, vijf over drie…en er wordt als vanouds druk onderhandeld aan de poort van het schoolplein. De grote vraag is namelijk ook vandaag, wie gaat met wie naar huis?

Ik hoor de enthousiaste, verheven kinderstemmetjes. De één roept nog harder dan de ander. Deze discussie heb ik al zo vaak gehoord dat ik niet eens meer een poging waag me erin te mengen, maar loop in plaats daarvan rechtstreeks naar ‘de vader van’.

‘Wat gaan we doen?’ vraag ik, met mijn hoofd knikkend in de richting van de luide discussie. Hij kijkt me breedlachend aan en antwoordt zonder enige vorm van aarzeling in zijn stem: ‘Zeg jij het maar. Wijntje drinken op het terras?’

Verbouwereerd val ik even stil…en dat is niet omdat ik zijn antwoord ongepast vind. Ik hou van spontane mannen en vind het vooral verfrissend dat hij voor deze interpretatie kiest.

Nee, ik val even stil omdat ik me ineens, zomaar ineens, realiseer dat een wijntje drinken op het terras, nu het nog zo mooi weer is, ook gewoon een optie is. Een optie die als ‘moeder van’ al veel te lang niet meer in me is opgekomen, nu ik al maanden hard in de weer ben om vooral de kinderen succesvol te laten integreren na 7 jaar Amerika.

Twee dagen later vier ik daarom uitbundig mijn verjaardag. In de stad. Met hoge hakken, nieuwe oorbellen, veel wijn, heel veel wijn en mijn nieuwe vriendinnen. Precies wat ik nodig had. ‘Lang leve ‘de vader van’ en lang leve mezelf!

Het is vrijdagmiddag, vijf over drie…ik sta met een lichte kater, maar nog altijd vrolijk door de avond ervoor aan de poort van het schoolplein. Als vanouds roept mijn negenjarige zoon al vanaf het schoolplein of hij met mijn telefoon Pokémons mag vangen.

Nog rozig van alle drank en veel te weinig slaap steek ik liefdevol mijn twee armen wijd uit…Eerst maar eens een hele dikke knuffel!

Ik doe mijn ogen dicht, vorm mijn lippen tot een kus en wacht totdat ik hem in mijn armen heb. Als er echter na enig wachten nog altijd niets in mijn armen zit, doe ik maar eens heel voorzichtig één oog open.

In de verte ze ik hem lopen, al bijna uit het zicht met zijn neus in mijn telefoonscherm op zoek naar Snorlax. Dichterbij, iets te ongemakkelijk dichtbij in deze situatie, zie ik vanuit mijn ene oog wel een ‘vader van’. Hij staat vlak voor me, kijkt me met enige aarzeling voorzichtig glimlachend aan en ik hoor hem denken:

Wat gaan we doen??

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s